G.D.B. Musica Jazz November 2005 Italy (vertaling Claudia Marinelli)

De bassaxofoon is een omvangrijk metalen apparaat, waarin het geluid door
.
de vele bochten alle kanten uitgaat en losraakt van de wil en de ademstroom
.
van de bespeler, als deze geen specialist is. Is hij dat wel dan kan hij als op
.
een bariton heel zachte rake tonen voortbrengen en het instrumente licht en
.
'sweet' buigen naar iedere sentimentele of ironische ingeving/bries.
.
De Nederlander Hekman laat dit in Corpulento van  zijn landgenoot
.
Guus Janssen horen. Zacht en vol overtuiging overpeinst hij zeven minuten lang
.
het thema. Grilligheid ligt steeds op de  loer evenals de aardschok.
.
In Water lijkt Hekman het instrument gemeen hard ( verradelijk wreed) aan te
.
jagen. Hij heeft water in de hals van het instrument gegoten, waardoor hij het
.
onvoorspelbare en woeste reacties ontlokt: klagende en borrelende geluiden van
.
ongebruikelijke fonetische aard, voor een verontrust publiek in Chicago.
.
Hij is op het dak van een hotel in Manhattan in een grote watertank afgedaald en
.
laat reeksen krachtige losse noten klinken. De echo kaatst ze terug en vergroot ze.
.
Hij roept daarmee de reusachtige maar beweeglijke karitide van de bassaxofoon
.
van Coleman Hawkins bij Fletcher Henderson op. Je kunt erop steunen,
.
heendraaien en meedeinen zonder risico te  lopen de 'toren van geluid' van het hele

.
orkest aan te tasten. Anders gezegd hij laat de power van de sax binnen en buiten
.
de betonnen ruimte in een spiraal van geluid ronddraaien. In As a flute ondergaat
.
het instrument voor iets minder dan een minuut de verminking van zijn manlijk deel
.
door voor een fluit door te gaan. En in Kokiriko Bushi, geinspireerd op een
.
traditioneel Japans motief, lukt het welliswaar niet om het geluid maar wel de
.
buigingen en glissandi van een shakuhachi (Japanse fluit) te pakken. Tenslotte, een
.
stuk van John Tchicai (waaruit je bepaalde delen uit zijn Zweedse periode kunt
.
herkennen), dat bestaat uit een cleane en losse uitvoering door de onberispelijke
.
stem van Mallozzi, door Hekman spaarzaam, van scherp, geestig en expressief
.
commentaar voorzien. Daarmee meer en meer de indruk bevestigend dat de
.
muziek van deze CD een belangstelling rechtvaardigt die gewone nieuwgierigheid
.
ver te boven gaat.

Il sassofono basso è un corpo metallico ingombrante nelle cui spire il suono prende forme difficilmente governabili, disconnesse dal fluire del fiato e dalla volontà, a meno che non si tratti di uno specialista allora lo strumento, come e piu del baritono, può assume toni morbi-dissimi e suadenti, diventare l'epitome della leggerezza e piegarsi mellifluamente a ogni brezza sentimentale o ironica. L'olandese Hekman lo dimonstra in Corpulento connazionale Guus Janssen, in cui rumina su un tema per oltre sette minuti con dolce autorevolezza.Il grottesco è tutavia sempre in agguato, come pure il sismico. In Water Hekman sembra pungolare con ferocia proditoria lo strumento nella cui campana ha spanto acqua provo-candone reazioni scomposte e furibonde: lamentazioni e gorgoglii di natura fonica inusitata, davanti all'inquetatto pubblico chicagoano. Sul tetto di un hotel di Manhattan, si è calato con lo strumento in una grande cisterna vuota e ha fatto risuonare serie di poderose note singole che l'eco ha rimato e ingrandito evocando le gigantesche eppur agilissime cariatidi del sax basso di Coleman Hawkins con Fletcher Henderson suile quali poteva poggiare, deambulare e ondeggiare senza rischio la torre di suono dell'intera orchestra. Oppure ha fatto centrifugare la potenza delsax dentro a quell'involuora di cemento e fuori, a spirale. In As a flute lo strumento subsice invece per poco meno d'un minuto la mutilazione della sua parte mascile, facendosi passare per un flauto. Ma già in Kokiriko Bushi, inspirato a un motivo tradizionale giappanese, riusciva a raggiungere, se non il suono: se ne possono risconoscere alcuni tratti contenente un'asciutta e sparsia disseratione per voce impeccabilmente impostata di Mallozzi,cheHekman commenta con arguta economia espressiva, confermando l'impressione crescente che la musica di questo disco suscita un interesse che van ben oltre la curiosità.

G.D.B Musica Jazz november 2005 Italy.


About  Klaas Hekman's CD YOLO for BASSAX SOLO
Solo records are an art form in themselves. This is a scenario where the musician has to prove the program they're putting across is worth our time.No back-up or accompanying cast means the job is that much harder for the solo performer. To be honest, there are only a handful of jazz musicians who are brave enough to pick up the bass saxophone in their career among those are Peter Brotzmann, Roscoe Mitchell and Anthony Braxton. Dutch musician Klaas Hekman is not interested in cacophony of the bass sax per se. His aim is to put across the rich and warm beauty of his chosen instrument. Whether it's John Tchicai's [incidentally, Hekman is a member of the Six Winds ensemble with Tchicai], Umezu Kazutoki's material or his own compositions that he's performing, the main ingredient is warmth. The power of the bass sax is tremendous. Anyone who has seen this instrument being played live will attest to its massive force. While someone like Peter Brotzmann can devastate and manipulate the instrument to his own needs, Klaas prefers to underplay. Sure there are moments such as "Water", where we feel the obscene power of this instrument as Klaas belts out some mighty gale winds. [Klaas has showed the potent power of his horn on previous occasions, such as Intermission 3 bass + 1 bass sax quartet.] However, large chunk of this CD is quite melodic and almost serene. One of my favourite pieces is "Four threehorns", where Lou Mallozzi recites some off-the-wall scribes between Hekman's wildly poetic lines. Just to show off his skill, Klaas takes a short flute interlude on "As a flute", which is fairly tender in itself. Don't fear the bass sax. Sure, it has colossal power, but it doesn't bite.
Tom Sekowski
GAZETA # 32 Czerwic 2005, Poland

From the liner-notes
…Whether he's playing his own music or that of pianist Guus Janssen or saxophonists Kazutoki "Dr." Umezu and John Tchicai, he's imaginative and unexpectedly lithe. When he extends down to the bottom of the horn, depressing the key that sends air all the way to the bell, he's making an informed musical choice, not just showing off how big his is. But, he knows it is.
John Corbett, Chicago, March 2005

A recording from 2004 (Yolo - Strotbrock 501) presents him solo, illustrating the brilliance of his playing. Howard Reich in the Chicago Tribune wrote: "How one man can produce so much thunderous sound from so unwieldy an instrument almost defies comprehension. But Hekman's solos proved so majestic in scope, searing in tone and coherent in structure as to represent self-contained artistic statements in their own right."
Bill Smith. Imagine the sound, Dutch adventures 2, August 8 2005.


YOLO is een indrukwekkend pleidooi voor het laagste lid van de saxofoonfamilie.
YOLO is an impressive plea for the lowest member of the saxophone-family.
Herman te Loo
Jazzflitz 16 -05-05, The Netherlands

I enjoyed listening to the music, in fact twice during one evening. Four threehours by Tchicai sounds splendid and the adding of the voice of Lou Malliozzi is a jewel. I enjoyed Corpulence by Guus Janssen as well as Le Mûrier. Also the experiments like Water, As a Flute and Kokiriko Bushi.
Overall I agree with Corbett's liner notes. A landmark when it comes to the literature for the bass saxophone".

Hugo de Craen, Belgium (e-mail message send 26-7-2005)

From JAZZTIMES CD Reviews from the November 2005 issue:
THE SIX WINDS Maihama: Japan Tour 2002 Summer Vol. 2 (Ohrai)

The Six Winds is actually composed, more specifically, of six saxophones, arrayed from the highest to the lowest: Mariette Rouppe van der Voort, sopranino; Dies le Duc, soprano; Umezu Kazutoki, alto; Andrew White, tenor; Ad Peijnenburg, baritone; and Klaas Hekman, bass. All these players have some tang and smoke in their individual sounds, so that they stack on top of and complement each other, like a really tasty cold-cut sub. Furthermore, all the pieces on the live recording Maihama: Japan Tour 2002 Summer Vol. 2 were written by members of the group, and they all cunningly exploit the resources the six saxes provide. Le Duc's "Moeder de Zee" uses humid chords to frame bluesy solos before breaking into a tempest driven by obsessive trills, while van der Voort's "Snipper" and Hekman's "Nuages-Segaun" (an arrangement of and an addition to the Django Reinhardt tune) contrast neoclassical melodies with big-band swing.
But the highlights are two Andrew White compositions: Umezu's solo on the '50s-rock tune "Bad Dance" swaggers and leaps, but in between "Cool and Spiffy"'s complex chords and intriguing, halting melodies, White outdoes him with a scorching, extra-long solo that induces midsong applause from the Maihama audience.
Andrew Lindemann Malone


Over INTERMISSION en Rising met de dansers Toru Iwashita (JPN) en David Zambrano (Ven) 14-09-2001

De Gelderlander:
'Overdaad schaadt, maar niet altijd. In de geïmproviseerde theaterproductie Rising jagen twee dansers, een bassaxofonist en drie contrabassisten hun publiek volledig de gordijnen in. Maar wat is het gezellig in die gordijnen. De stortvloed aan tedere, hilarische en geschifte invallen verleidt tot een lacherige euforie, waarin tenslotte elke nieuwe vondst juichend ontvangen wordt'

10-09-2001 NRC HANDELSBLAD voorbeschouwing Rising"
…blijf ik het geluid van de muzikanten amazing vinden. Een paar keer met elkaar oefenen en dan telkens een andere voorstelling maken, is spannend door de onvoorspelbaarheid."
Quote uit: Choreograaf Zambrano danst in Nederland .

03-09-2001 De Volkskrant:
'Intermission bewees dat free jazz niet rumoerig hoeft te zijn om te overtuigen.'

26-08-2001 Rotterdams Dagblad : Choreografie uit het niets.
Eigenlijk bestaat Rising niet. De voorstelling is er pas als de vier musici en de twee dansers de bühne betreden.En dan hangt het er nog maar helemaal vanaf waar de bühne staat. En hoe het publiek reageert .En waar het hart van de zes performers die dag naar uit gaat…
About CD: Intermission with Chris Burn& Derek Bailey, UNANSWERED QUESTIONS BVHAAST 9906

March 2000 Cadence:
'Like Hekman's powerfull "Bells,"the closing free improv has moments of almost insane intensity that will almost floor you with their gigantism, both end on quiet, dreamy notes. Unanswered Questions is a rich and profound release.'

22-03-2000 NRC:
'Het is dynamiek op de vierkante centimeter.' #188 oct 1999 The Wire: Intermission have carved out a niche for themselves in the sometimes anteseptic world of group improv.Their rough edges and bleak undercurrent might prove treacherous overtime, but it's a fascinating place to visit.' www.the-improvisor.com : the pieces are wonderful, masterful. This music invokes highly evocative states of mind. It is pastoral. It is tempest. It is breathtaking. It is cosmic birth. It is final redemption . It is sound art at the edge of the abyss…Did I already mention masterful ? september 1999 Jazz Nu ****1/2: Improvisatie op het scherpst van de snede.

About CD: SONG OF LOW SONGS BVHaast 9612.
0ctober 1997 Down Beat**** :
These fellas are each schooled in making ensembles work,whatever lineup, so they come up with a fascinating mix, even when all playing fast pizz in open time. Sounds best at very highvolume- feel the deep boneshake

6-12-1996 de Volkskrant :
Elk stuk op de cd is geslaagd. Zo is Hekmans Kurk ,een eerbetoon aan Roland Kirk waarin diens Inflated Tear is verwerkt, een hartekreet die ook op deze diepte door de ziel snijdt. Parkers Sonic Animation is een dichte, enerverende zwerm gonzende noten, met een gedetailleerheid waar je je in kunt verliezen, maar die ook als één zware wolk op je af komt drijven,
Over DE NAZATEN (v/h de Nazaten van Prins Hendrik).


02-09-2002 de Volkskrant:
' Ook een bijzondere ervaring:de warmbloedige kaseko-swing van bastaardband de Nazaten, gehoord vanaf strenge harde banken in de kerk van Niehove.En daarna gewoon weer gebogen over het stuur onder een voorbijsuisend wolkendek in gevecht met de wind.'n.a.v. ZomerFietsTour, Groningen 31 augustus.
Over de tour 'Van New Orleans tot New Delhi'met gast-trompettist Roy Campbell jr


26-04-2001 TROUW:
Toen de rouwstemming - geheel volgens de New Orleans traditie - plaatsmaakte voor frivole feestmuziek, werd de toon gezet voor een avond vol wilde en wereldse improvisaties. Razend strakke kaseko- en calypso-ritmes op skratsji(Surinaamse bastrom) en snare drum wisselden af met opzwepende conga- en bongo-soli, waarbij virtuoze jazz improvisaties ,Oost-Europese klezmer-melodieën met Turkse soefi en zelfs Indiase Bollywood-deuntjes combineerden.

21-04-2001 Nieuwsblad van het Noorden voorbeschouwing :
De brassmuziek van de Nazaten moet dansbaar zijn… Net als bij een toneelstuk of een boek neem je de mensen mee , up and down, als een reis… In de tweede set willen we de mensen uit de stoelen hebben, want we improviseren dan wel, de dansbaarheid van onze muziek staat voorop.

03-05-2001 Het Parool voorbeschouwing:
Het succes van de Nazaten verklaart de saxofonist doordat de band eigenlijk overal tussenin zit. "We zijn een gek hybride orkestje. We spelen goede luistermuziek, de stukken zijn verrassend en hebben meerdere lagen, maar uiteindelijk streven we er toch naar om de mensen uit uit hun stoelen te krijgen."
Over de CD Kachéché

15-3-2000 Rotterdams Dagblad:
Deze tropische verrassing is van een tintelende vrolijheid zonder weerga en ook nog dansbaar. Maart 2000 Pleasure :met gastcomposities van Ronald Snijders en Eric Calmes en bijdragen van de gastmusici Franklin Ardin, Carlo Jones en Michel Varekamp bereikt de vast kern van de Nazaten hoge muzikale hoogten.
Over de CD Kownu Boy è dansi

12-6-1996 Haarlems Dagblad:
Kownu boy è dansi is een staaltje blaaskunst waar je het warm van krijgt. Harmonie en fanfaremuziek zonder grenzen is het, een dansbare weemoedige mengelmoes van Surinaamse kaseko, calypso, Antlliaanse walsen, Portugese fado, begrafenismuziek uit New Orleans en zelfs Indonesische gamelanmuziek.

October 1997 RAILS:
zoals ieder dorp z'n eigen fanfare had, lijken de Nazaten de harmoniekapel van de Global Village. De klassieke New Orleans-song Oakland Blues van Carman Moore en Ismaël Reed is zelfs van een nieuwe Nederlandse tekst voorzien. Mississippi Delta wordt Biesbosch.  




 

Klaas Hekman | © 2007